#Juridisch Advies

De juridische aspecten van het hergebruik van vragenlijsten

Als wetenschappelijk onderzoeker kun je bepaalde gegevens verwerken en/of resultaten meten door gebruik te maken van vragenlijsten. Hiervoor bedenk je allerlei vragen aan individuen om de best mogelijke uitkomst te krijgen voor je onderzoek. Maar mogen andere onderzoekers deze vragenlijsten ook zomaar gebruiken? Of word je hier als onderzoeker tegen beschermd? Je leest het in deze memo.

Intellectuele eigendomsrechten

Bij het ontwikkelen van een vragenlijst kan behoorlijk veel denkwerk gepaard zijn gegaan. Om de ideeën van bijvoorbeeld uitvinders, ontwerpers, ontwikkelaars en auteurs te beschermen zijn er intellectuele eigendomsrechten. Met deze rechten wordt voorkomen dat mensen ongevraagd elkaars ideeën of creaties kunnen overnemen.[1] In Nederland kennen wij verschillende soorten intellectuele eigendomsrechten. Om de vraag te beantwoorden of vragenlijsten beschermd worden door één van deze rechten zal eerst het auteursrecht worden toegelicht. Vervolgens bekijken we wat het databankenrecht kan betekenen voor de bescherming van vragenlijsten. 

Auteursrecht

De eerste vraag die beantwoord wordt is of vragenlijsten beschermd worden door het auteursrecht. Daarvoor is het goed om de definitie van het auteursrecht te bekijken. Deze is terug te vinden in artikel 1 van de Auteurswet en luidt als volgt:

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.[2]

In dit artikel staat dat in eerste instantie de maker van een werk als enige het recht heeft om zijn werk beschikbaar te stellen aan het publiek. Daarnaast is de maker ook de enige die het recht heeft om zijn werk in welke vorm dan ook te kopiëren. De maker van bijvoorbeeld een boek is de enige die dit boek mag uitgeven of mag herdrukken.

Verder hoef je om het auteursrecht te krijgen niks te doen. Het auteursrecht komt namelijk aan de maker toe vanaf het moment dat hij het werk gemaakt heeft. Het recht ontstaat vanzelf waardoor het nergens aangevraagd of geregistreerd hoeft te worden.[3] Echter is het voor je bewijspositie wel slim om aan te vragen.

Wanneer is iets auteursrechtelijk beschermd?

Auteursrecht beschermt de maker tegen het onrechtmatige kopiëren en verspreiden van zijn werk. Maar om beschermd te worden door dit recht moet iets wel kwalificeren als een “werk” van wetenschap, letterkunde of kunst in de zin de van de Auteurswet.[4]

In artikel 10 lid 1 van de Auteurswet is het volgende opgenomen:

Onder werken van letterkunde, wetenschap of kunst verstaat deze wet:

  1. boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en andere geschriften;
  2. toneelwerken en dramatisch-muzikale werken;
  3. mondelinge voordrachten;
  4. choreografische werken en pantomimes;
  5. muziekwerken met of zonder woorden;
  6. teken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken, lithografieën, graveer- en andere plaatwerken;
  7. aardrijkskundige kaarten;
  8. ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde, de aardrijkskunde, de plaatsbeschrijving of andere wetenschappen;
  9. fotografische werken;
  10. filmwerken;
  11. werken van toegepaste kunst en tekeningen en modellen van nijverheid;
  12. computerprogramma’s en het voorbereidend materiaal;

en in het algemeen ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst, op welke wijze of in welken vorm het ook tot uitdrukking zij gebracht.[5]

De opsomming uit artikel 10 lid 1 van de Auteurswet is niet limitatief. Dat betekent dat een werk ook onder de Auteurswet kan vallen indien deze niet in artikel 10 lid 1 van de Auteurswet  staat genoemd.[6] Daarnaast kan het ook zo zijn dat als iets op de lijst staat het toch niet beschermd wordt. [7] Zo mag je bij een recensie of review van een televisieserie of film wel het affiche gebruiken.[8]

Omdat de lijst in artikel 10 van de Auteurswet dus niet limitatief is kan er nog altijd onduidelijkheid ontstaan of een werk auteursrechtelijk beschermd is. Dit was ook het geval in het Van Dale/Romme arrest uit 1991. Daar heeft de Hoge Raad bepaald dat een werk auteursrechtelijk beschermd is wanneer het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het werk een persoonlijk stempel van de maker draagt.[9] Wat dit wil zeggen is dat aan het werk iets unieks of iets persoonlijks van de maker moet zijn te herkennen. Een puur zakelijke tekst zoals een opsomming van woorden is niet uniek.

Daarnaast moet het werk origineel zijn. Origineel wil zeggen dan dat het niet (gedeeltelijk) overgenomen mag zijn. Toch hoeft het werk niet volledig nieuw te zijn. Het werk mag best lijken op een ander werk. Maar dat moet wel toeval zijn. 

Worden vragenlijsten auteursrechtelijk beschermd?

Maar nu de vraag: zijn vragenlijsten een “werk” in de zin van de auteurswet en worden zij auteursrechtelijk beschermd? Die vraag werd ook in 2007 aan de voorzieningenrechter in Breda gesteld. De onderzoeksbureaus achter het “Continue Vakantieonderzoek” en het “Continu Vrijetijds Onderzoek” ontdekten dat een vroegere zakenpartner, het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme, een concurrerend onderzoek deed en daarvoor gebruik maakte van een aantal onderzoeksvragen uit de vragenlijsten van het onderzoeksbureau. Om hier een einde aan te maken startten de onderzoeksbureaus een kortgeding procedure. Volgens hen schond het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme de tussen partijen gemaakte afspraken en maakte zij een inbreuk op de auteursrechten van de vragenlijsten.

De voorzieningenrechter oordeelde toen dat vragenlijsten geen “werk” zijn in de zin van de Auteurswet. Daarvoor waren vragenlijsten niet oorspronkelijk genoeg. Wel hadden de vragenlijsten volgens de voorzieningenrechter zogenaamde “onpersoonlijke geschriftenbescherming”. Deze bescherming bracht mee dat derden de vragenlijsten niet één op één mochten overnemen.[10]

Tot 1 januari 2015 gold de geschriftenbescherming nog in Nederland. Maar deze werd afgeschaft naar aanleiding van het Football Dataco-arrest.[11] Hierin bepaalde het Europese Hof van Justitie dat niet-oorspronkelijke werken niet auteursrechtelijk beschermd mogen worden. De Nederlandse wet bleek dus in strijd te zijn met de Europese regels.[12]

De geschriftenbescherming was neergelegd in artikel 10 lid 1 onder 1 van de Auteurswet. Hierin stond dat boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en “alle andere geschriften” als auteursrechtelijke beschermde werken worden aangewezen.[13] Wanneer men naar artikel 10 lid 1 van de Auteurswet kijkt zul je zien dat het woordje “alle” er niet meer staat. Daardoor is er een einde gekomen aan de auteursrechtelijke bescherming van onpersoonlijke geschriften zoals vragenlijsten.[14]

De oorsprong van de geschriftenbescherming kan worden gevonden in de geschiedenis van het ontstaan van het auteursrecht. Het auteursrecht dat de maker op een werk heeft kennen we namelijk pas sinds 1912. Daarvoor kenden we alleen het kopijrecht, dat uitgeverijen en drukkers bescherming bood tegen ongeoorloofde nadruk.

De auteur van het boek stond tegen betaling zijn boek af aan de uitgeverij, waarna al zijn rechten uitgeput waren. Zodra een boek op de markt verscheen, was het de uitgever die beschermd diende te worden. Dit alles leidde in de aanloop naar de Auteurswet 1912 tot een grote discussie over de invulling van het auteursrecht. Waarbij de discussie vooral draaide om de vormgeving van het auteursrecht. Men streefde ernaar om de rechten van de makers van werken te versterken, terwijl men tegelijkertijd wilde voorkomen dat uitgeverijen geen enkel recht meer konden uitoefenen. Dit leidde tot het ontstaan van de geschriftenbescherming.[15]

Het databankenrecht

Omdat de onpersoonlijke geschriftenbescherming is afgeschaft worden vragenlijsten niet meer auteursrechtelijk beschermd. De bescherming van geschriften die niet origineel zijn hebben nu alleen nog het databankenrecht om eventueel bescherming van te krijgen.[16] Om door het databankenrecht beschermd te worden moet het werk gedefinieerd worden als een databank in de zin van de Databankenwet.

Artikel 1 lid 1 sub a van de Databankenwet geeft de volgende definitie van een databank:

Een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering;[17]

Er zijn dus verschillende vereisten om te voldoen aan de definitie van een databank uit de Databankenwet. Vervolgens kan er gekeken worden of een vragenlijst kwalificeert als een databank en dus beschermd wordt door het databankenrecht.

Verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen

Ten eerste moet het gaan om een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen. In de praktijk gaat het om verzamelingen met reproduceerbare informatie.[18] De reproduceerbaarheid wordt getest door een onderzoek opnieuw uit te voeren met dezelfde methode en dezelfde data. Als hier dezelfde resultaten uitkomen, dan is het onderzoek reproduceerbaar.[19] Ook een vragenlijst is reproduceerbaar in die zin dat het dezelfde soort resultaten oplevert wanneer dezelfde vragen opnieuw worden beantwoord.

Systematisch of methodisch geordend

Daarnaast moet het gaan om een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen moet deze verzameling ook systematisch of methodisch geordend zijn. Hierdoor worden ongeordende hoeveelheden informatie van de definitie uitgesloten. De verzameling hoeft niet op een geordende wijze te zijn opgeslagen. De gedachte hierachter is dat met name digitale informatie niet op geordende wijze opgeslagen hoeft te zijn om doorzoekbaar te zijn.

Vaak zijn vragenlijsten gestructureerd en volgen zij een specifieke volgorde. De vragen zijn meestal systematisch gerangschikt waarbij respondenten van de ene vraag naar de andere gaan in een vooraf bepaalde volgorde. Om deze reden kan er worden gesproken van een systematische of methodische ordening.

Afzonderlijk toegankelijk

Verder moet er sprake zijn van een zoeksysteem waarmee een bepaald onderdeel gevonden en opgevraagd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld door een (papieren) doorzoekbare ordening of inhoudsopgave. Als bijvoorbeeld een vragenlijst een inhoudsopgave bevat wordt ook aan dit vereiste voldaan. Met behulp van de inhoudsopgave kunnen specifieke vragen namelijk eenvoudig worden teruggevonden.

Substantiële investering

Tot slot moet de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigen van een substantiële investering om voor databankrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.

Wat betekent in kwalitatief of kwantitatief opzicht?

Je hebt het onderscheid tussen kwalitatieve en kwantitatieve investeringen. Dit onderscheid benadrukt dat een substantiële investering niet alleen kan voortkomen uit veel arbeidsuren, maar ook uit een beperkt aantal zeer gespecialiseerde (en dus dure) arbeid.[20]

Wat is een substantiële investering?

Er wordt in de Databankenwet gesproken over een substantiële investering. Het blijkt in de praktijk lastig om te bepalen wanneer daar sprake van is. Uit overweging 19 van de Databankrichtlijn blijkt dat de samenstelling van meerdere vastleggingen van muziekuitvoeringen op een cd niet als een substantiële investering wordt beschouwd.[21] Verder komt uit Europese jurisprudentie naar voren dat het verkrijgen, controleren of presenteren van zelf gecreëerde gegevens niet snel een substantiële investering zal vergen.[22] Maar wat is dan wel een substantiële investering?

Een substantiële investering kan in geld worden uitgedrukt, maar ook uit bestede tijd, moeite, energie of intellectuele inspanning. Het begrip substantiële investering heeft in het verleden al vaak geleid tot nogal wat rechtszaken. Deze discussies gingen vooral over de vraag of er ook sprake is van een substantiële investering wanneer het ontstaan van een databank eigenlijk het gevolg is van het leveren van een bepaalde dienst. Hierbij kun je denken aan telefoondiensten, makelaarsdiensten of bijvoorbeeld het organiseren van paardenrennen. De gegevens die daaruit voortkomen zouden gezien kunnen worden als een automatisch bijproduct van de verleende dienst en zouden geen extra investering vereisen. Of deze gegevens toch beschermd kunnen worden door het databankenrecht zal afhangen van het individuele geval.

Het is in ieder geval van belang dat de investering in de databank gericht moet zijn op de oprichting van de databank zelf en niet op het creëren van de elementen die later in die databank worden opgeslagen.[23]

Worden vragenlijsten beschermd door het databankenrecht?

Om de vraag te beantwoorden of vragenlijsten beschermd worden door het databanken recht kunnen gaan we terug naar het eerste deel van de definitie van een databank. Die luidde als volgt:

“Een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn…”[24]

Er kan wel gesteld worden dat vragenlijsten een verzameling zijn van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen. Ze zijn vaak gestructureerd en volgen een specifieke volgorde, waardoor ze systematisch of methodisch geordend zijn. Bovendien, wanneer vragenlijsten ook een inhoudsopgave bevatten, kan er gezegd worden dat de afzonderlijke onderdelen in de vragenlijsten toegankelijk zijn.

Dan moeten we nog kijken naar het laatste deel van de definitie van een databank. Die luidde als volgt:

“…en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering.”

Dit betekent dat de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud van de databank in kwalitatief of kwantitatief opzicht moet getuigen van een substantiële investering. Een substantiële investering kon uit geld bestaan, maar ook uit bestede tijd, moeite, energie of intellectuele inspanning. Het is in ieder geval van belang dat de investering in de verkrijging, de controle en de presentatie van de databank gericht moet zijn op de oprichting van de databank zelf en niet op het creëren van de elementen die later in die databank worden opgeslagen.

Conclusie

Vragenlijsten worden niet auteursrechtelijk beschermd. Dit komt omdat vragenlijsten niet oorspronkelijk genoeg zijn waardoor zij niet aangemerkt kunnen worden als een “werk” in de zin van de Auteurswet. Maar wordt een vragenlijst dan wel beschermd door het databankenrecht? Deze vraag kan helaas niet met een simpele “ja” of “nee” worden beantwoord. Het verschilt namelijk per geval. In principe geldt dat wanneer de vragenlijst getuigt van een substantiële investering deze beschermd kan worden door het databankenrecht.

Als je een databank ontwikkelt die beschermd wordt door het databankenrecht krijg je automatisch bescherming voor een periode van 15 jaar, gerekend vanaf de datum waarop de databank is gemaakt of voor het eerst toegankelijk was voor het publiek.[25]

Toch kan registratie van een door het databankrecht beschermde vragenlijst nuttig zijn omdat het als bewijs gebruikt kan worden. Als meerdere partijen zeggen de maker te zijn van de vragenlijst, dan zou een datumregistratie kunnen bewijzen dat jij de maker bent.[26] Dat kun je bijvoorbeeld doen door jouw databankrecht te laten vastleggen door een notaris of een datumstempel te laten vastleggen via het Benelux Bureau voor Intellectuele eigendom.[27]

Heb je na het lezen van dit stuk vragen rondom deze onderwerpen? Neem dan contact op met Privacy1!


[1] Bescherming intellectueel eigendom en bedrijfsgeheimen | Intellectueel eigendom | Rijksoverheid.nl

[2] Art. 1 Aw

[3] Auteursrechtnl > Auteursrecht

[4] Werken en het auteursrecht daarop @ iusmentis.com door Arnoud Engelfriet

[5] Artikel 10 lid 1 Aw

[6] Werk in de zin van de Auteurswet | Auteursrechten & IE rechten (juridische-supermarkt.nl)

[7] Werken en het auteursrecht daarop @ iusmentis.com door Arnoud Engelfriet

[8] Welke afbeeldingen mag je gebruiken voor je blog? – Charlotte’s Law & Fine Prints (charlotteslaw.nl)

[9] HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608, Van Dale/Romme)

[10] Bescherming vragenlijsten voor (markt)onderzoek flinterdun (cms.law)

[11] HvJ EU 01-03-2012, ECLI:EU:C:2012:115

[12] Geschriftenbescherming definitief voorbij in 2015 – NORD Advocaten

[13] Definitieve einde geschriftenbescherming – SOLV

[14] Geschriftenbescherming definitief voorbij in 2015 – NORD Advocaten

[15] Gebruiksaanwijzingen en bijsluiters straks zonder bescherming – Banning Advocaten

[16] Geschriftenbescherming definitief voorbij in 2015 – NORD Advocaten

[17] Art. 1 lid 1 sub a Databankenwet

[18] T&C IE, commentaar op art. 1 Databankenwet

[19] Reproduceerbaarheid van je scriptie – wat is dat precies? (scriptium.nl)

[20] T&C IE, commentaar op art. 1 Databankenwet

[21] Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken

[22] HvJ EG 9 november 2004, C-46/02, ECLI:EU:C:2004:694 (Fixtures/Veikkaus), r.o. 44;46

[23] Wanneer kan een databank beschermd worden? – IE-recht (louwersadvocaten.nl)

[24] Art. 1 lid 1 sub a Databankenwet

[25] Databank | Bescherming met sui generis – Your Europe (europa.eu)

[26] Deponering van IE-rechten bij de IT-notaris | SoftwareBorg

[27] Auteursrecht | Ondernemersplein (kvk.nl)